Jeroen is een leraar met een bijbaan. En dan bedoel ik niet de bijbaan die alle leraren hebben (overuren). In de weekenden en de avonduren werkt hij als kok. En niet zomaar een kok, maar chef-kok. Hij is hoofd van een team nietsnutten, neuspeuters, lapzwansen, luiaards, je kent het wel: keukenpersoneel. Als er even geen vlees aanbrandt, pasta overkookt, saus verzilt of groente er slap bij hangt als nat wasgoed, gaat er wel iets anders mis wat Jeroen moet overzien zoals het altijd stijgende aantal van gasten met dieetwensen en allergieën – je kan het zo gek niet bedenken van tomaten-allergie tot aardappelovergevoeligheid en komkommerintolerantie. In zijn 22 jaar voor de klas en boven het fornuis heeft hij nog nooit zo veel afwijkingen meegemaakt als de mens vandaag de dag lijkt te hebben. Het doet hem verwonderen: evolueren we naar een afgezwakt soort homo sapiens die een geringe selectie speciaal bereid voedsel kan verwerken of juist een slimmere soort die selectief eet en zo efficiënt mogelijk met voedsel omgaat?
Linksom of rechtsom, de wereld blijft Jeroen verbazen. De manier waarop hij tegen dingen aankijkt is door de jaren heen dan ook flink veranderd. Als kok merkt hij misschien dat de smaak van zijn publiek specifieker wordt, maar als leraar heeft hij ervaren dat de rol van emoties en het kunnen uiten van gevoelens belangrijker is geworden, maar dat moet dan wel op de juiste manier. Sociaalemotionele vaardigheden bijvoorbeeld, worden niet alleen belangrijker geacht voor de ontwikkeling van leerlingen, maar worden ook steeds meer verwacht van leraren. De sensatie van smaken en dus ook de emoties van het proeven vertaalt Jeroen naar gerechten met respect voor de producten. De eerste oogst overheerlijk rijpe tomaten wordt dan ook verwerkt in een pasta met tomatensaus want hij stopt zijn hart en ziel het liefst in eerlijk eten dat gasten direct raakt.
Het erkennen van het gevoel van een ander was lange tijd lastig voor Jeroen, hoewel hij dat eerst zelf niet doorhad. Maar, als je leiding wil geven aan een groep leraren moet je op gevoelsniveau kunnen communiceren met collega’s. Dat moest dus anders. Het begon bij het erkennen van eigen gevoelens. In hoeverre spelen die een rol in je carrière? Vroeg Jeroen zich af. Het is net als in de keuken, staat er uiensoep en stoofvlees op het menu? Dan is het een week waarin weemoed de boventoon speelt. Bestaan de gerechten uit groene asperges, huisgemaakte kappertjes of onkruidpesto? Dan is Jeroen opgewekt en vol energie. Toch heerst er in de keuken een hiërarchie en geslotenheid die hij op school wil voorkomen. Emoties moeten niet alleen meer in zijn eten zitten, maar in zijn woorden en daden op school.
De afgelopen jaren speelt het erkennen en delen van gevoelens daarom een grotere rol in het leven van onze chef-leraar. Als leraar probeert hij in gesprek te gaan met leerlingen over dingen die ertoe doen. Soms is dat de keuze tussen uiensoep of stoofvlees (moeten we geen vlees meer eten vanwege de broeikasgassen of gematigd vlees eten om de cultuur rondom voedsel levend te houden?), maar vaker is dat heftige problematiek zoals huiselijk geweld. Ooit kwam een leerling van Jeroen op school met een blauw oog. Eerder had Jeroen de ouders van de leerling gebeld om te vertellen dat deze (slechts één keer) spijbelde tijdens zijn les. Een dag later bleek op het gezicht van de leerling wat voor gevolgen dit belletje had gehad. Toen merkte hij schaamte. Het gezicht van de leerling veranderde in de loop van de week van aardbei- tot auberginekleurig. Zoiets doet hij dus nooit meer.
Schaamtegevoel zette hem aan tot actie en hij startte een praatgroep waar leerlingen hun verhaal kwijt konden. In plaats van de verwachte kom troost (erwtensoep) vragen de leerlingen vaker om voedsel voor de ziel: het gesprek over de keuzes waarmee je jouw leven inricht, regie pakt en doet wat je leuk vindt en blij van wordt terwijl je stopt met zaken die je ongelukkig maken. Ditzelfde advies geeft Jeroen aan zijn sous-chef, wanneer die hem vertelt over twijfels in het vormgeven van het wintermenu: kies de smaken die jouw gelukkig maken en laat je niet leiden door populariteit of status van recepten.
Verandering komt voort uit noodzaak; een wetmatigheid even ‘waar’ voor Jeroen als dat water verdampt met 100 graden Celsius. Zo moest hij het Handel & Administratie vmbo-programma ombouwen tot Economie & Ondernemen. Zijn rol werd coachend omdat hij geen mentor meer was maar coach. Dat is niet het beste voor zijn leerlingen, vindt hij, maar zonder zeggenschap over de nieuwe manieren werd hij gedwongen te veranderen. Hij heeft er last van, de noodzakelijke ‘verandering’. Voor hem zijn het externe factoren die geen wezenlijk verschil maken en net zo lastig als collega’s die niet de moeite nemen om beter te worden, of een sous-chef die slaafs de trends van de tijd volgt. Als de school het niet doet, doet hij het zelf wel en de drang om te blijven groeien en ontwikkelen is groot bij Jeroen. Het enige wat dan ook echt noodzakelijk is in het onderwijs is een klaslokaal, een groep leerlingen en een leraar. De rest is bijzaak. Voor Jeroen de leraar en voor Jeroen de chef zijn de ingrediënten hetzelfde: dat wat jij lekker vindt, dat wat jij belangrijk vindt, bepaalt wat je in je soep stopt en bepaalt het leven dat jij leidt.
Adaptief vermogen
Jeroen ervaart dat op verschillende vlakken veranderingen van buitenaf invloed hebben op zijn beroep, zoals sociaalemotionele vaardigheden en zijn nieuwe rol als coach. Hij heeft in eerste instantie moeite zich te verhouden tot beide veranderingen. De eerste past echter bij zijn idee over wat het beste is voor de leerling en hij neemt zich voor te starten met aandacht voor zijn eigen emoties. Uiteindelijk leidt dit tot handelen waarin de relatie met de student centraal staat. Jeroen zijn onderwijsvisie, en drang om te blijven ontwikkelen en groeien spelen hierin een rol.
Toekomstbestendig leraarschap
Jeroen beschouwt veranderingen van buitenaf als noodzakelijk en niet wezenlijk voor zijn verkiesbare toekomst, goed onderwijs zal immers onveranderlijk gaan om de leraar, leerlingen in een klaslokaal. Onafhankelijk van ‘buiten’ werkt hij zonodig aan veranderingen die van binnenuit komen. Jeroen is ervaren docent in het vmbo.
Meer lezen? Ga naar het overzicht van de twaalf fictieve verhalen.
Dit verhaal is geïnspireerd op een briefwisseling tussen een leraar en een onderzoeker. Door verhalen kunnen we beter begrijpen hoe het voelt om leraar te zijn. Het verhaal is een uitnodiging om je eigen ervaringen tegen af te zetten.
We nodigen jou daarom uit om een reactie te plaatsen. Dit kan zijn een (emotionele) herkenning, een vraag die je op basis van het verhaal aan jezelf stelt, óf een vraag aan ‘een’ ander. Het kan ook zijn dat je door het lezen van het verhaal geïnspireerd bent geraakt om zelf een kort verhaal te schrijven dat jouw beeld of gevoel van het veranderend beroepsbeeld beschrijft, dat kan ook! Elke reactie draagt bij aan het op gang brengen van het gesprek over emoties die spelen rond het veranderend beroepsbeeld. Je reactie zal op deze pagina te lezen zijn. Heb je dit liever niet, stuur je reactie dan naar info@expeditieteam.nl.
Geef een antwoord