Product

terug naar productenoverzicht

Venster 4 – Toekomstverkennen

Onderwijs is altijd in verandering. Dat vraagt wat van de mensen die in het onderwijs werken. Hoe verhoud je je tot verandering? Wat wil en kun je ermee? Hoe werk je aan verandering? In ons onderzoek naar toekomstbestendig leraarschap gaan we ervan uit dat het in elk geval adaptief vermogen van mensen vraagt. Wat bedoelen we daarmee? In een reeks kleine theoretische vensters geven we delen van het antwoord op die vraag.

Venster 4 – Toekomstverkennen (pdf versie)

In theorie

sociaal-constructivisme – VOCA – hoorn van plausibiliteit – verkiesbare toekomst(en) – toekomstbewustzijn – de rol van dialoog – creatieve technieken

Onderwijs is steeds in verandering. Maar waar verandert het eigenlijk naartoe? Welke toekomst ligt er voor het onderwijs in het verschiet? Toekomstverkennen – ook wel futurologie – is een serieuze bezigheid. Overheden en bedrijven houden zich er structureel mee bezig en gebruiken  gereedschap dat professionele toekomstverkenners ontwikkelen. Toekomstverkennen is wat anders dan “de toekomst voorspellen”. Het gaat niet over kijken in een glazen bol en de toekomst zien, maar over betekenisgeven aan situaties en veranderingen in het heden en deze vertalen naar de toekomst. De toekomst verkennen gaat dus niet over voorspellingen doen, maar over je bewust zijn van het heden en je voorstellingen van de toekomst maken. De futurologie heeft een sociaal-constructivistische kijk op de werkelijkheid: dit betekenisgeven en vertalen naar de toekomst doen we samen.

De toekomst verkennen is geen eenvoudige opgave. De wereld wordt in de futurologie gezien als een complex systeem waarin gedrag en gebeurtenissen (spontaan) voortkomen uit wederkerige relaties tussen delen van dat systeem. Bovendien duiden futurologen de huidige tijd als Vluchtig, Onzeker, Complex, en Ambigu (VOCA), en is er zowel sprake van geleidelijke verandering (die zich gemakkelijk aan onze blik onttrekt!) als van plots kantelende normaliteiten (die juist onze aandacht trekken). Omdat de wereld VOCA is, kunnen we de toekomst niet afleiden door veranderingen in het heden simpelweg door te trekken naar de toekomst, maar dan groter of net iets anders te maken. Dit extrapoleren van het nu naar de toekomst schiet volgens futurologen vaak tekort. Wat kunnen we dan wel doen?

Professionele toekomstverkenners werken met de hoorn van plausibiliteit. Deze hoorn start op één punt in het nu (links) en verwijdt zich naar de toekomst (uitwaaierend naar rechts):

In het midden van de hoorn bevinden zich verwachte toekomstlijnen, meer naar de randen van de hoorn aannemelijke en (nog verder naar de rand) mogelijke toekomsten. Hoe dichter we bij de punt in het nu blijven met onze voorstellingen, hoe waarschijnlijker ontwikkelingen zijn. We kunnen immers beter voorspellen naarmate we dichter bij het nu blijven en hoe verder we weg kijken, hoe meer onbekende invloeden er zijn. De hoorn van plausibiliteit geeft uitdrukking aan (1) de beperkte houdbaarheid van extrapoleren, en (2) dat er meer toekomsten zijn (waarschijnlijke, aannemelijke en mogelijke). Dat laatste zorgt ervoor dat veel toekomstverkenners uiteindelijk op zoek gaan naar verkiesbare toekomsten: welke mogelijke toekomsten prefereren we? In domeinen waar transitie gewenst is omdat zich in het nu problemen of beperkingen voordoen – denk in het onderwijsdomein bijvoorbeeld aan het lerarentekort, toenemende kansenongelijkheid of het zoeken van een nieuwe balans tussen kennisoverdracht en vaardighedenonderwijs – vertaalt de zoektocht naar verkiesbare toekomsten zich in missies, visies en beleidsvorming.

Om verkiesbare toekomst(en) op tafel te krijgen, zijn speciale technieken ontwikkeld. De technieken zijn erop gericht toekomstbewustzijn te creëren en dialoog tussen betrokkenen op gang te brengen die ontwikkelingen en drijfveren in het heden naar boven haalt en helpt bevragen op hun waarde voor de toekomst. Voorbeelden van technieken zijn horizonscannen (welke stip zien we op de horizon), scenariodenken (hoe navigeren we naar die stip), en een toekomstwiel ontwerpen (welke eerste en tweede orde-veranderingen voorzien we in het navigeren naar die stip). De technieken doen een beroep op het creatieve verbeeldende en narratieve denkvermogen om los te komen van het nu. Ze nodigen dus tóch een beetje uit tot kijken in een glazen bol: jouw creatieve kijk op de toekomst is een mogelijke toekomst die misschien wel uitgroeit tot een gedeelde verkiesbare toekomst!

In de praktijk

Van nature zijn we niet zo met de toekomst bezig. De waan van alledag, de dagelijkse praktijk: ze domineren onze horizon. Ook in de praktijk van het onderwijs gaat onze tijd en aandacht vaak volledig uit naar de dagelijkse gang van zaken. De lessen die vandaag gegeven worden, de leerlingen die nu onze zorg nodig hebben, de cijfers die volgende week geregistreerd moeten zijn. Bovendien zit een onderwijsdag vol kleine onverwachte gebeurtenissen en problemen die om een snelle en praktisch uitvoerbare oplossing vragen. In het onderwijs zijn we geweldig goed in improviseren op en voor de korte termijn.

Veel of weinig verandering

Tegelijkertijd ervaren we een wereld die verandert en onderwijs dat ‘mee moet veranderen’. In sommige industrieën, zoals de energiemarkt en computertechnologie, zijn de veranderingen evident en dwingend: wie niet meebeweegt met, of vooruit loopt op, wat komen gaat, is als bedrijf in het voortbestaan bedreigt. Hoe zit dat voor de sector van het onderwijs? Is het onderwijs ook zo’n complexe sterk en snel veranderende tak van sport waarin met de toekomst bezig zijn van belang is om over een x aantal jaren nog goed en in de tijd passend onderwijs te realiseren? Of valt het mee met die veranderingen en zijn ze minder wezenlijk dan ze lijken? Onderwijsprofessionals denken hier heel verschillend over – afhankelijk van de eigen beroepsopvatting, maar ook van de sector waarin je werkt – en  hechten daarom ook verschillend belang aan nadenken over de toekomst. Dat maakt het gezamenlijk toekomstverkennen in teams en scholen ingewikkeld. Soms moet het gesprek eerst gaan over verschillen in toekomstbewustzijn, voordat je met elkaar kunt nadenken over de toekomst van het onderwijs.

Doorrekenen en droomscholen

Toch zijn er in het onderwijsveld ook spelers die hun denkkracht richten op de toekomst. Zo rekenen het CPB en CPS, en ook instanties als CITO, OCenW, en de inspectie van het onderwijs periodiek door hoe het onderwijs zich gaat ontwikkelen. Op basis van cijfermatige inzichten en waargenomen trends duiden toekomstverkenners demografische en andere ontwikkelingen op langere termijn voor het onderwijs om zo met beleid te kunnen anticiperen. Meer visionair kent het onderwijs ook “toekomstvoorstellers”: mensen die vanuit een pedagogische of didactische visie nieuwe richtingen zien voor het onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn reformpedagogen zoals Maria Montessori, Peter Petersen en Helen Parkhurst: hun droombeelden behoren inmiddels met de vele Montessori-, Jenaplan, en Daltonscholen tot de dagelijkse onderwijspraktijk, maar in het verleden waren zij toekomstdenkers die droomscholen schetsten! Ook in de huidige tijd reizen we naar de toekomst en bouwen professionals vanuit weer nieuwe ideaalbeelden aan weer nieuwe droomscholen.

In ons onderzoek

In de expeditie onderzoeken we het adaptief vermogen van onderwijsprofessionals in omgaan met veranderingen. We vragen ons af of je makkelijker met veranderingen omgaat als je hebt nagedacht over de toekomst van het onderwijs en voor jezelf en met collega’s een bepaald toekomstbeeld nastreeft. Onze aanname is dat toekomstbeelden iets zeggen over wat je in het heden belangrijk vindt en dat ze je helpen je te verhouden tot veranderingen en navigeren naar een (deels onzekere) toekomst.

Doe mee met ons onderzoek naar toekomstbeelden van onderwijs!

Wij nodigen je uit op verschillende (creatieve) manieren met ons na te denken over het onderwijs van de toekomst en jouw toekomstbeelden met ons te delen, doe mee met Doornroosje!

Dit theoretisch venster is gebaseerd op de volgende bronnen:

Inayatullah, S. (2012). Futures studies: theories and methods. In BBVA (Ed.), There’s a future: Visions for a better world (pp.36-66). Verkregen 7 oktober 2022 van www.bbvaopenmind.com.

Van Duijne, F., & Van der Wel, P. (2019). Toekomst verkennen: het ultieme denken in organisaties. Scriptum.

Van Leemput, M. (2020). Waking up to the future. TedxVilvoorde, October 2020. Retrieved from www.ted.com at March 16, 2022.

Deze bron citeren?

Monika Louws, Bregje De Vries, Amber Walraven, Patricia Brouwer, Wouter Schenke, Leonie Middelbeek, Ditte Lockhorst, Marieke van der Pers en Arwen Van Stigt (2022). Venster 4: Toekomstverkennen. Theoretisch Venster Expeditie Lerarenagenda. (pdf versie)

Meer Theoretische Vensters lezen?

Venster 1: Vernieuwen terwijl de winkel openblijft

Venster 2: Adaptief vermogen

Venster 3: Systeem leraarschap

De kleine theoretische vensters liever lezen in één document? Download deze dan hier.

Reacties zijn gesloten.

info@expeditielerarenagenda.nl